The Bow

Regie: 
Kim Ki-Duk
Cast: 
Seo Min-jeong, Ji-seok Seo & Gook-hwan Jeon
Jaar: 
2005
Duur: 
88 minuten
Genre: 
Drama
Waardering: 
3,5 ster

In nog geen tien jaar tijd zette regisseur Kim Ki-Duk twaalf producties op zijn naam. De Zuid-Koreaan brak in 2000 door met de duistere verkenning van het leven van een masochistische vrouw in The Isle. Drie jaar later werd hij bij het grote filmpubliek bekend met de populaire en veelvuldig onderscheiden SPRING, SUMMER, FALL, WINTER... AND SPRING .

De nu vijfenveertigjarige veelfilmer rustte na dit succes niet uit, maar bracht in 2004 zelfs twee wonderschone films uit: SAMARITAN GIRL en BIN-JIP. De thematiek van Kim Ki-Duk is in zijn vorige films zeer consistent, en ook in THE BOW (Hwal) zijn veel parallellen te trekken met zijn eerdere werk. Kim portretteert hierin de liefdevolle, maar obsessieve relatie van een oudere man met een meisje.

De gehele film speelt zich af op een vissersboot op zee, waar een oude man (Seong-hwang Jeon) gelukkig samenleeft met een meisje van zestien (Yeo-reum Han uit SAMARITAN GIRL). Hij heeft haar naar verluidt tien jaar daarvoor gevonden, en houdt haar al die tijd op zijn boot tot ze de huwelijksgerechtigde leeftijd van zeventien bereikt. Ze leven van het geld dat rijke Koreanen betalen om op hun boot te vissen.

Iedere morgen gaat hij aan land om de vissers op te halen. Het meisje vult haar tijd met rondhangen en schommelen langs de kant van het schip. Daarbij voorspelt de oude man soms de toekomst met zijn handboog, door de pijlen langs haar schommelende lijfje te schieten. Van de vissers heeft ze vooral last. Stuk voor stuk maken ze seksuele toespelingen, waartegen de oude man haar beschermt met zijn boog.

Hoewel het meisje in die tien jaar nooit aan land is geweest, straalt ze van gelukzaligheid en voldoening. Haar liefdevolle band met de oude man wordt zonder gebruik van woorden heel overtuigend neergezet. Het onvermijdelijke vuiltje aan de lucht is de zoon van een van de vissende zakenlieden. Ze vallen voor elkaar, luisteren samen naar muziek en hij vertelt over het leven aan land.

Vanaf dat moment krijgt het meisje een verlangen, en haar leefsituatie een ruimer kader. Dat kader was tien jaar lang een besloten privé-universum van rust en liefde, dat soms tijdelijk werd verstoord door de komst van de buitenwereld. Nu haar verlangen is aangewakkerd naar bezit (de jongen, muziek) en immateriële rijkdom (vrijheid, recht om te kiezen, recht op een verleden en op onvoorwaardelijkheid) betekent dat het einde van de idylle.

Het gelukzalige samenzijn van de oude man en het meisje bestond al die tijd wel degelijk, maar alleen bij de gratie van de voorwaarden van de man. Hij probeert hun relatie nog te redden door het huwelijk te vervroegen. Het aspect van seksualiteit betreedt op die momenten een voor de kijker wat moeilijk begaanbaar terrein, omdat de man zo overduidelijk de vaderfiguur van het meisje is.

Hoe ga je om met je initiële sympathie voor de oude man als hij van de twee stapelbedden een groot matras gaat maken? Kim Ki-Duk durft het hier aan om vragen te stellen in plaats te beantwoorden of te oordelen. Hij creëert daarmee ruimte voor de kijker om te bespiegelen op relationele thema's als vrijheid, machtsverhoudingen en seksueel verlangen.

Eenduidigheid is vanzelfsprekend het laatste dat deze en eerdere films van Kim Ki-Duk kenmerkt. Sierlijkheid en elegantie van beeld en montage wel. Zoals in zijn latere werk ligt ook in THE BOW mooifilmerij en kitscherigheid echter op de loer. Hier is het vooral de wat oververtegenwoordigde muziek die stoort. Als de oude man zijn boog bespeelt als een muziekinstrument had de geluidsmixage bijvoorbeeld best een tikkeltje minder gemogen. THE BOW sluit aan bij het eerdere werk van Kim Ki-Duk, maar alhoewel het dezelfde, contemplatieve sfeer ademt, verliest Ki-Duk zichzelf soms net teveel in kitscherige beelden.

 

The Bow