Du Forsvinder

Regie: 
Peter Schønau Fog
Cast: 
Trine Dyrholm, Nikolaj Lie Kaas & Michael Nyqvist
Jaar: 
2017
Duur: 
117 minuten
Genre: 
Drama
Waardering: 
3 sterren

Ruim tien jaar na zijn veel geprezen film THE ART OF CRYING (2006) keert Peter Schønau Fog terug in de regisseursstoel. Vanwege zijn functie als adviseur voor het Deense Filminstituut had Fog het maken van films tijdelijk stopgezet, maar komt na jaren terug met DU FORSVINDER (‘Jij verdwijnt’), een adaptatie van de gelijknamige Deense bestseller, geschreven door Christian Jungersen.

In tegenstelling tot THE ART OF CRYING, een zeer geslaagde zwarte komedie over een destructieve vader en een gezin dat lijdt onder diens misère, is DU FORSVINDER opvallend killer van sfeer. Dit komt vooral door de zwaarmoedige materie uit het boek van Jungersen: een gerespecteerde basisschooldirecteur heeft miljoenen Deense kronen gestolen maar was ten tijden van zijn misdrijf zelf slachtoffer van een hersentumor; kan hij daarom wel aansprakelijk worden gesteld door justitie? Gedurende de hele film volgen we de rechtszaak van de beschuldigde Frederik (Nikolaj Lie Kaas) op de voet en blijft de overkoepelende schuldvraag circuleren.

“We aren’t to blame for this situation”, zegt Mia (Trine Dyrholm), de zorgzame vrouw van Frederik, want “everything is predetermined”. Mia neemt deel aan een praatgroep waardoor zij veel over het menselijk brein komt te weten en deze bulk van kennis via voice-overs deelt en de kijker de les leest met neurologische feiten over de hersenen, bewustzijn en biologische systemen. Tegelijkertijd zien we het persoonlijke leven van de basisschooldirecteur in flashbacks langzaam afbrokkelen als gevolg van de treurige gebeurtenissen. Frederiks rechtszaak loopt hier als een chronologische rode draad doorheen.

Hoewel de montage losjes de fragmentarische structuur van het menselijk brein nabootst door van tijdlijn naar tijdlijn te springen (verwacht overigens geen Nolaniaanse tijdlijntrucjes) heb je als kijker, mede door de obsessieve focus op overstelpende neurobiologische vragen, het gevoel dat je een film zit te kijken terwijl je eigenlijk je eerstejaars Inleiding in de Biologie hoorcollege zou moeten volgen. Deze combinatie van didactiek en een verknipte vertelstructuur maakt de film op het eerste gezicht gewichtig en creëert een steriele afstandelijkheid.

Naarmate DU FORSVINDER vordert, nodigt de film uit om dichter tot het verhaal en de personages te komen. Hoewel Frederik even ongrijpbaar en onvoorspelbaar blijft (dit zijn symptomen van een hersentumor: hevige stemmingswisselingen, ontwijkend gedrag) komen we wel dichter bij de aftakeling van de familie met dank aan goed acteerspel en scherpe dialogen; bij Deense makers meestal wel in vertrouwde handen.

Maar door de chaotische combinatie van een formeel rechtsproces, terugblikken van een romantisch verleden en een turbulent heden, en daarbovenop nog eens didactische wijsheden blijft een duidelijk zwaartepunt uit. Het langdradige rechtsproces en de dramatische wendingen die te voorzien zijn in het persoonlijke leven van Mia en Frederik lijken de film onnodig moeilijk te maken. Het verhaal kan daarom de opeenstapeling van existentiële vragen niet fatsoenlijk huisvesten.

De focus is zoals gezegd geregeld zoek. Ligt die op Fredriks toekomst? Op Mia’s depressie en haar affaire met Frederiks advocaat? Of misschien wel op het stroeve juridische systeem dat zulke medische en neurobiologische verschijnselen in acht moet nemen bij een vonnis? In dit geval maakt het de film, zoals Frederik zelf, nét toegankelijk genoeg om een glimp van drama te voelen, maar ook dusdanig ongrijpbaar dat je niet meer goed weet waar je op moet letten. 

 

 

Du Forsvinder