Route Irish
Regisseur Ken Loach en scriptschrijver Paul Laverty hebben als sociaal en politiek geëngageerd duo bewezen het hart op de goede plek te hebben met sociaal-realistische meesterwerken als MY NAME IS JOE (1998) en SWEET SIXTEEN (2002) waarin ze de miserabele leefomstandigheden en het uitzichtloze toekomstperspectief van de Britse arbeidersklasse in beeld brachten, en met het Gouden Palmwinnende THE WIND THAT SHAKES THE BARLEY (2006) over de Ierse onafhankelijkheidsoorlog. Hun nieuwste samenwerking ROUTE IRISH bevat naar eigen zeggen hun meest urgente boodschap tot nu toe: de oorlog in Irak is slecht geweest voor iedereen die er mee te maken kreeg, behalve voor de grote heren achter de schermen die over de rug van de slachtoffers bakken met geld binnenhaalden. Een hartenkreet en ongetwijfeld een belangrijke constatering, maar Loach hamert er in ROUTE IRISH zo enorm op los, dat het eindresultaat toch iets te veel op een politiek pamflet is gaan lijken - en de film, ondanks de goede bedoelingen, niet helemaal uit de verf komt.
De titel verwijst naar de weg die het enige vliegveld van Irak verbindt met de hoofdstad Bagdad. Deze Route Irish is de enige weg waarover de buitenwereld Bagdad kan bereiken, en buitenlandse delegaties moeten zodoende duurbetaalde privé-beveiligers inhuren ter bescherming tegen onwelwillende terroristen. Binnen dit kader speelt het verhaal van Fergus (tv-acteur Mark Womack) die zijn jeugdvriend Frankie (John Bishop) overhaalt om samen als veiligheidsondernemers in Irak aan de slag te gaan. In een steeds meer privatiserende oorlog valt er voor goede privébeveiligers in een korte tijdsspanne grof geld te verdienen en de twee uit de Engelse arbeidersklasse stammende mannen hopen zodoende binnen korte tijd een fortuin bij elkaar te sparen. Helaas lopen de dingen anders dan gepland: zes jaar later zit Fergus alleen thuis in Engeland en is Frankie tijdens een terroristische aanval op Route Irish omgekomen. Fergus, gekweld door schuldbesef en gehard door zijn ervaringen in Irak, wantrouwt echter Frankie's officiële doodsverklaring en zijn enige houvast is, naast de drank, erachter komen wat er werkelijk met zijn vriend Frankie gebeurd is.
ROUTE IRISH is een uiterst grimmige en gewelddadige film geworden over het machteloos individu dat vaak door de machthebbers van de maatschappij tot uitersten wordt gedreven; en over een wereld waarin moraliteit onder de druk van geld opzij is gezet. Dat zorgt voor enkele indrukwekkende momenten. Zoals wanneer Fergus, in een uiterst ijzige en realistische martelscene, bullebak Nelson tot de waarheid rond Frankie's dood probeert te dwingen. Fergus gebruikt daarvoor de Waterboard techniek, waardoor de gemartelde water in zijn longen krijgt en het gevoel heeft dat hij verdrinkt; een nare techniek, zo benadrukt Loach in interviews, die door de Amerikaanse overheid niet als marteling wordt gezien, maar bij het verhoorprocedé hoort. Of de hartverscheurende scènes tussen Fergus en Frankie's weduwe Rachel (Andrea Lowe), in hun rouw tot elkaar veroordeeld, maar toch ook vol met verwijten naar elkaar. Maar enkele indrukwekkende momenten maken nog geen overtuigende film, want daarvoor zijn de personages in ROUTE IRISH te eenzijdig, worden de sterke acteerprestaties van Womack, Lowe en Bishop te veel afgewisseld met een mindere overige cast en zijn de verwikkelingen rond verdwenen videobeelden en doofpotcomplotten te omslachtig. Gaandeweg het verhaal krijgen we toch het gevoel dat Loach en Laverty te veel hebben ingezet op hun politieke boodschap en de film er deze keer een beetje bij ingeschoten is.