Schlafkrankheit
Vele jaren al werkt de uit Nederland afkomstige, Duitse arts Ebbo Velten (Pierre Bokma) in Kameroen. Hij doet er onderzoek naar de Afrikaanse slaapziekte, een dodelijke ziekte veroorzaakt door een parasiet die door tseetseevliegen wordt overgebracht. Naar schatting sterven er ook nu nog jaarlijks enkele tienduizenden Afrikanen aan de slaapziekte, maar dit aantal daalt gestaag dankzij preventie en medicijnen. Zo ook in het gebied in Kameroen waar Velten werkt, waardoor de noodzaak van de jaarlijkse subsidie op de tocht komt te staan. Maar dat is niet de enige reden dat hij zijn leven zal moeten heroverwegen, want ook zijn vrouw en dochter hebben genoeg van zijn Afrikaanse avontuur en zien hem liever terug in Duitsland.
Een dergelijke terugkeer staat Velten niet bijzonder aan, want hij heeft het goed: een groot huis, een bediende, een eigen praktijk en alle vrijheid om zijn dagen naar eigen goeddunken in te delen. Mocht hij weer teruggaan, kan hij weer samenleven met zijn vrouw (Jenny Schily), maar is hij zijn specialisme kwijt en zal hij als regulier arts, meedraaiend in het westerse systeem van kapitalisme en democratie weer helemaal opnieuw moeten beginnen. Zonder vrijheid, zonder macht. Gevangen in afwisselend onrustige en afgemeten mediumshots zien we het door Pierre Bokma weergaloos gespeelde personage worstelen met deze voor hem onmogelijk keuze. De liefde voor zijn vrouw versus de afkeer tegen alles dat Westers, alles dat anders is dan zijn leven in Kameroen, dat in zijn poriën is gaan zitten.
Drie jaar zijn er verstreken als er in het tweede gedeelte van SCHLAFKRANKHEIT een Franse arts Alex Nzila (Jean-Christophe Folly) onderzoek komt doen naar het nut en de noodzaak van de jarenlange subsidies aan de kliniek. Velten heeft in de tussenliggende periode zijn keuze gemaakt, en die is niet op vrouw, kind of vaderland gevallen. Maar zijn keuze is wel aan hem gaan vreten, en als de idealistische, zogenaamd ongecorrumpeerde en verwesterde Franse arts hem confronteert met de waanzin van zijn kolonialistische, verafrikaniseerde leven blijkt er van Velten weinig meer over dan een ruw, verzuurd en illusieloos beest dat richting een wisse afgrond koerst.
Regisseur Ulrich Köhler, op het filmfestival van Berlijn winnaar van de Zilveren Beer voor beste regisseur, baseerde zijn film niet alleen op de beroemde romans Season of Migration to the North (1966) en Heart of Darkness (1902), maar ook op zijn ervaringen als opgroeiend zoon van een artsenechtpaar in Zaïre. Tijdens de persconferentie in Berlijn vertelt Köhler dat hij niet de arrogantie had om hét verhaal van Afrika te vertellen, maar dat hij wilde overbrengen hoe complex en problematisch het Europese perspectief op Afrika kan zijn.
Het pessimisme dat achter de karakterisering van zowel Ebbo als Alex schuil lijkt te gaan, blijkt mee te vallen, zo verklaart Köhler. Zijn hele film is metaforisch bedoeld, zoals de slaapziekte een symbool is voor de situatie van Afrika onder de kolonisator. Zwaar wordt SCHLAFKRANKHEIT nooit. De regisseur oordeelt nauwelijks, houdt zich verre van politiek en weet de film licht te houden door een vleugje surrealisme in combinatie met een gelaten ondertoon. Geruststellend ook wel, alsof alles gaat zoals het hoort te gaan, dat hij fijntjes onderstreept door het repetitieve aftitelingnummer Moments in Love van jaren tachtig synthpopformatie The Art of Noise.