Two Jacks
Bernard Rose’s TWO JACKS is precies de film die het wilt zijn: geen eenduidige vertelling, maar een experiment in vorm en karakterontwikkeling. Door de verhalen van vader en zoon Jack Hussar te contrasteren, onderzoekt TWO JACKS in hoeverre een zoon in de voetsporen van zijn vader kan treden. Net als de meeste vormexperimenten hangt TWO JACKS ergens tussen eigenzinnig en vrijblijvend in. Een interessante mix, vol literaire en droomachtige sequenties, maar uiteindelijk te licht om werkelijk indruk te maken.
Voor horrorliefhebbers zal de naam Bernard Rose waarschijnlijk vooral geassocieerd worden met de Clive Barker-adaptatie CANDYMAN die hij in 1990 regisseerde. Maar de visueel ingestelde Brit viel vooral op doordat hij als een van de eerste Hollywood-regisseurs de overstap maakte naar de digitale camera. Verbolgen door het stugge productiesysteem en aangemoedigd door de zich snel ontwikkelende technische mogelijkheden, greep hij in 2000 al naar het digitale medium om vooral de artistieke controle over zijn films te behouden.
Zijn eerste low budget-project, IVANS XTC (2000) met Danny Huston in de hoofdrol, was gelijk een voltreffer: de moderne bewerking van Tolstoj’s De dood van Ivan Ilitsj (1886), die geheel buiten het studiosysteem en vaak bij Rose en Huston thuis gedraaid werd, bleek een artistieke triomf. Het verhaal van de spirituele bevrijding van de aan kanker stervende Ivan bleek uitermate geschikt voor een zedenschets over Hollywood en de digitale fotografie gaf de film een rauw en direct karakter.
Verfrissend dus. En Rose zou daarna nog vaker op die manier werken: snel, geïnspireerd en in zonder inmenging van buitenaf. Goede vriend Huston speelde vaker de hoofdrol, en ook het werk van Tolstoj diende meermalig als bronmateriaal. TWO JACKS is alweer zijn vierde Tolstoj-verfilming, ditmaal geïnspireerd door de novelle Twee Huzaren, en vertaalt het 19e-eeuwse verhaal wederom naar het Hollywood van nu.
In TWO JACKS speelt Danny Huston de legendarische filmregisseur Jack Hussar. Een larger than life-figuur, die, zo meldt de voice-over ons, uit een andere tijd komt. Een tijd zonder mobieltjes of internet of politiekcorrect gedoe: Hussar is het soort man dat op olifanten jaagt in Afrika en al pokerend het budget voor zijn nieuwe film bij elkaar krijgt. Wakker wordt met een glas whisky en naar bed gaat met een sigaar in zijn mondhoek. Een echte man, die leeft volgens bepaalde stelregels en daar voor niemand vanaf wijkt. Denk aan Ernest Hemmingway, of Danny’s eigen vader John Huston.
Hussar is een interessant personage en Huston speelt hem met een starende blik die intrigeert - een torende figuur die alleen al door zijn aanwezigheid alles om hem heen domineert. Zo erg zelfs dat Diana (Sienna Miller), die door Hussar op een avond verleidt wordt, jaren later nog altijd aan hem denkt. Helemaal wanneer ze te horen krijgt dat zijn zoon, Jack Hussar jr. (Jack Huston), naar Hollywood komt om zijn regie-debuut op te nemen.
Of we uit de vergelijking tussen vader en zoon daadwerkelijk iets nieuws te weten komen, is niet helemaal duidelijk – die is wat te vrijblijvend om er echt interessante conclusies uit te trekken. Waar senior slaagt, faalt junior. Waar de een Hollywood de rug toekeert, laat de ander zich inpalmen door de glitter - het is een conclusie die wel vaker gehoord en gezien hebben. Wel interessant is hoe Rose de verschillen tussen vader en zoon visueel vormgeeft. Niet alleen weet hij het low budget-effect van de digitale camera zo te gebruiken dat de film een koortsachtige sfeer krijgt, ook weet hij de glamour van Hollywood in een vreemd licht te plaatsen: terwijl het verhaal van senior in bijna zwart-wit is opgenomen, is dat van junior vol in kleur. De luxe, feestjes en hotels – in eerste instantie heeft Rose er letterlijk de kleur eruit gezogen, waardoor de gapende leegheid later des te duidelijker wordt.