Charlie’s Country

Regie: 
Rolf de Heer
Cast: 
David Gulpilil, Peter Djgirr & Luke Ford
Jaar: 
2013
Duur: 
108 minuten
Genre: 
Drama
Waardering: 
4 sterren

CHARLIE’S COUNTRY van de Nederlands-Australische regisseur Rolf de Heer is bijzonder om twee redenen. Ten eerste geeft de film via het verhaal van Charlie, een oudere Aboriginal die zich niet thuis voelt in een door blanken gecontroleerde Aboriginalcommune in Noord-Australië, op superieure wijze inzicht in de complexe nasleep van het kolonialisme en daaruit volgende marginalisatie van de Aboriginalbevolking. Daarnaast is de film een monument voor, en zelfs de redding van, de acteur die Charlie speelt: David Gulpilil, de opvallende en meest bekende Aboriginalacteur die al meer dan veertig jaar in films te zien is.

En die twee bijzonderheden zijn met elkaar verweven, want voor CHARLIE’S COUNTRY dreigde Gulpilil zelf het slachtoffer te worden van die kolonialistische nasleep. Ondanks dat de charismatische Gulpilil door sleutelrollen in onder andere WALKABOUT (1971), THE LAST WAVE (1977) en CROCODILE DUNDEE (1986) was uitgegroeid tot het gezicht van Aboriginal Australië, viel hij, zoals veel van zijn mede-Aboriginals, gaandeweg zijn carrière ten prooi aan de verleidingen van alcohol en zakte hij steeds verder weg in depressies die hem uiteindelijk in de gevangenis deden belanden.

In zijn ontroerende Director’s statement vertelt De Heer, een hechte vriend sinds hun eerste samenwerking THE TRACKER uit 2002, hoe hij Gulpilil in 2011 in de gevangenis opzoekt en daar een levenloze man treft. Iemand zonder trots of levenslust, geteisterd door demonen en wanen. Om die neerwaartse spiraal te doorbreken kon hij eigenlijk maar een ding doen: een nieuwe film maken. Tijdens de daarop volgende gevangenisbezoeken schrijven De Heer en Gulpilil samen CHARLIE’S COUNTRY; een scherp, maar teder en op momenten komisch portret van de Aboriginal Charlie, waarvoor Gulpilil tijdens het Un Certain Regardprogramma van Cannes 2014 de acteursprijs won.

Net als Gulpilil, zit Charlie spiritueel aan de grond. Hij woont in een kleine Aboriginalcommune in het Noorden van Australië, waar hij in een door de overheid aangewezen huis leeft van uitkeringsgeld. Gelukkig is Charlie er niet echt: hij voelt zich beperkt door de opgelegde regels en het benauwende verbodsklimaat. En ondanks dat hij met plezier de blanke politie telkens voor de gek houdt, voelt hij zich machteloos. Dus wanneer de truck van zijn vriend en Charlie’s traditioneel geslepen speer door een agent worden ingenomen, is de maat vol. Charlie besluit de commune te verlaten en net als zijn voorouders weer in de bush te gaan leven: vrij, met ‘het land als zijn supermarkt’ en de bomen als natuurlijke bescherming.

Natuurlijk is CHARLIE’S COUNTRY een aanklacht tegen de door blanke kolonisatie scheefgegroeide verhoudingen. Tegen de marginalisatie van de Aboriginalbevolking, het verdwijnen van hun traditionele levenswijzen en daaruit voortgekomen problemen met werkloosheid, alcoholisme en depressies. Maar zo’n aanklacht werkt alleen wanneer je meevoelt met het hoofdpersonage, de wereld door zijn ogen ziet. Dat dit lukt, is voor een groot deel te danken aan Gulpilil, die Charlie’s pijn en frustratie over het verdwenen Aboriginalverleden invoelbaar maakt. Wanneer hij uiteindelijk een klein deeltje weer terugvindt, levert dat een van de mooiste scènes uit de Australische cinema op.